- zijde
- {{zijde}}{{/term}}1 [grenslijn/vlak, kant] side2 [het boven- en ondervlak van een plat lichaam] side3 [met betrekking tot mensen/dieren] side 〈ook figuurlijk〉4 [figuurlijk] [partij] side5 [met betrekking tot een plaats/richting] side6 [spinsel van de zijderups, gesponnen draden, weefsel] silk♦voorbeelden:1 de lange zijde van een rechthoek • the length of a rectangle3 aan de zijde van haar vriend • alongside her friendiemand in de zij stompen • punch someone in the sideop zijn andere zijde gaan liggen • turn overhij week niet van mijn zijde • he didn't leave my side4 van katholieke zijde • from (the) Catholicsiemands zijde kiezen • 〈ook〉 side with someoneaan beide zijden is schuld • both sides are to blamevan vaders zijde • from one's father's side5 aan gene zijde • on the other sidevan officiële zijde • from an official sourceaan deze zijde van het kanaal • (on) this side of the channeliets van alle zijden bekijken • look at something from all sides/angles〈figuurlijk〉 de zaak van alle zijden bekijken • study all sides of the matter
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.